Dit was de dag waar ze naar uitgekeken heeft: een paardensessie. Ja dat, maar tegelijkertijd is ze zo zenuwachtig. Eigenlijk wil ze het er helemaal niet over hebben: haar boosheid op haar partner. Maar ze moet wel, vindt ze. Dat gevoel is er steeds vaker maar ook steeds heftiger. Straks flapt ze er een keer iets uit waar ze zo ontzettend spijt van zou hebben. Ze voelt zich nu niet alleen meer boos op hem maar inmiddels ook op zichzelf. Zo wil zij zich niet voelen. Die boosheid moet weg!
Ik vraag haar te kijken naar de drie paarden die met elkaar staan te eten. Na 30 seconden komt uit het niets, een vierde paard naar buiten gestoven. Lage nek en tanden ontbloot, happend naar de andere paarden. De andere paarden schieten geschrokken weg en het boze paard blijft alleen achter. Ik vraag hoe deze scène past bij haar familiesysteem. Schoorvoetend zegt ze: “Ik ben dat paard. En eigenlijk al heel lang”. Het huilen staat haar nader dan het lachen.
Door tijdens de verdere sessie dieper in te gaan op het gedrag van het paard, wordt duidelijk hoe en wanneer deze boosheid is ontstaan en wat er nodig is om weer een zachtheid naar zichzelf en haar partner te voelen. Eentje zoals zij die nog nooit eerder heeft gevoeld.
De rust in de kudde is weergekeerd. Harmonieus en in totale rust eten ze met elkaar.
De boosheid waarmee ze binnenkwam, heeft ze afgeschud, die voelt ze niet meer. Met opgeheven hoofd, een veerkrachtige stap en een nieuwe vastberadenheid verlaat ze de kudde.
Welke emotie zorgt voor hardheid en afstand tussen jullie?