Ik schuifel naar mijn auto (het is een beetje glad) als ik me bedenk dat ik ook mijn ramen nog moet schrappen. Getver, eigenlijk wil ik alleen nog maar op de bank ploffen, voetjes omhoog en even helemaal niets. Het was een lange dag.

Gelukkig zijn mijn deuren niet vastgevroren. Waar ligt die ook alweer, die schrapper. Oha ja, in de achterbak. Handschoenen aan en net als ik wil beginnen zie ik iets onder mijn ruitenwisser zitten Huh, toch geen parkeerboete? Nee, het is een kaart. Ik voel opluchting En irritatie. Néééé, een Valentijnskaart! Zo geen zin in. Ik ben helemaal niet bezig met een andere vent. Ik ben net weg bij de vorige.

Geïrriteerd begin ik met het ijsvrij maken van mijn ruiten en spiegels (door mijn boosheid gaat het wel lekker snel) en als ik door en door koud geworden in mijn auto stap, smijt ik de kaart op de stoel naast me.

Maar hoe laat, koud en donker het ook op dat moment in mijn auto is, ik kan het niet laten: mijn ogen worden getrokken naar de kaart. Ik maak hem open, nog voor ik wegrij. Geen afzender.

Thuis, gooi ik de kaart ergens neer en ik kijk er niet meer naar. Maar als de tijd verstrijkt, duikt die steeds weer ergens op. Op de meest gekke plekken. Dan weer hier, dan weer daar. Steeds vaker glimlach ik als ik hem zie. En dan na maanden, wint mijn nieuwsgierigheid het. Ik merkt dat ik elk handschrift dat ik zie, ga vergelijken met dat op de kaart.

En ja, dan is het raak. Ik kijk vol ongeloof. Deze man ken ik al 2 jaar, maar niet in een romantische setting. We hebben zo vaak met elkaar over van alles en nog wat gesproken. Ontspannen en vaak met een flinke dosis humor. En al die tijd heeft hij nooit ‘een move’ heeft gemaakt. Nooit een hint gegeven. Nou ja, alleen die kaart dan.

Wat kende hij mij toen al goed. Wat wel en niet werkt voor mij.

We hebben afgesproken, deze keer wel als een romantisch samenzijn. En we zijn nog steeds samen: 24 jaar later.