Glimmend van buiten, maar vanbinnen miste ik steeds weer wat ik écht zocht.
Ik stond laatst bij Jamin, voor dat meterslange schap vol paaseitjes. Vijftig smaken. Vijf-tig. Chocolade met zeezout, limoncello, karamel-zeewier – je kunt het zo gek niet bedenken of het ligt daar, glanzend verpakt in een vrolijk jasje. En terwijl ik daar stond, voelde ik ineens iets opborrelen. Een oude herinnering. Of misschien beter gezegd: een oud patroon.
Want ooit – niet eens zo heel lang geleden – waren mannen voor mij net als paaseitjes.
Ik werd aangetrokken door de buitenkant. De charme, de glimlach, het vleugje mysterie. Het gevoel van: Misschien is dit ‘m wel. Misschien is dit de smaak die blijft hangen. Maar telkens weer, als ik het papiertje er voorzichtig afhaalde, als ik écht durfde te kijken… bleef er iets uit. Geen diepgang. Geen echte klik. Geen gevoel van thuiskomen.
Soms was het leuk. Even. Maar dan kwam toch weer dat lege gevoel. Dat stemmetje in mij dat fluisterde: Is dit alles? Is dit wat liefde moet zijn?
Mijn relaties kwamen en gingen. Steeds opnieuw. Net als Pasen: een tijd van komen en een tijd van gaan. En hoe harder ik zocht naar die ene die wél zou blijven, hoe meer ik verdwaalde in smaken die niet bij me pasten.
Tot ik de moed vond om het anders te doen.
Niet door nóg meer smaken te proberen, maar juist door stil te worden. Door te ontdekken waarom het bij mij steeds misging. Door eerlijk te kijken naar mezelf. Naar mijn patronen. Naar wat ik écht verlangde – en waar ik mezelf nog in de weg zat.
Het was geen magische klik of ‘de juiste tegenkomen op het juiste moment’. Het was een proces. Laagje voor laagje. Van binnen naar buiten. En langzaam, bijna ongemerkt, veranderde er iets. Mijn energie. Mijn keuzes. Mijn vertrouwen in mezelf. Dat ik helemaal oké ben, helemaal goed zoals ik ben.
En uiteindelijk vond ik hem.
Niet omdat hij perfect is, maar omdat hij mij begrijpt. Hij snapt dat ik naar een arm om me heen verlang na een rot gesprek. Of een dekentje over me heen lekker vindt als ik moe op de bank zit. Of lekker met mee denkt als ik hem mijn droom vertel, dingen die ik zo graag wil neerzetten in mijn praktijk.
Kan hij het ruiken waar ik naar verlang? Nee dat niet. Maar hij kan het voor me doen omdat ik het in het begin verteld heb tegen hem. Hij weet waar hij mij een plezier mee doet. Tussen ons is het echt in evenwicht: elkaar verwennen. Het leven van die ander net wat leuker maken zonder dat het ten koste gaat van jezelf.
Nee, voor mij geen nieuwe smaken meer.
Ik heb mijn ei gevonden. En dat brengt een rust die ik vroeger niet kende.
Maar weet je wat? Als jij je nu herkent in mijn oude patroon… weet dan dat er niets mis is met jou. Je hoeft niet harder te zoeken. Je hoeft jezelf niet te veranderen om ‘leuker’, ‘aantrekkelijker’ of ‘meer waard’ te zijn.
Wat je mag doen, is jezelf omarmen met alles wat je bent.
Maar dát gaat niet zomaar in je eentje.
Dat weten mijn klanten. Voordat ze bij mij komen hebben ze van alles geprobeerd maar ze komen maar niet los van hoe ze altijd deden. Omdat als ze het proberen, gevoelens hebben van “dat hoort niet, dat doe je niet”. Het voelt of ze geen millimeter vooruitkomen.
Wil je daar niet langer in blijven hangen, maar wél met zachtheid bewegen richting jezelf?
Eis dan niet langer meer van jezelf dat je het alleen kunt. Geloof me, ik weet het. Dat lukt niet.
Er is een bedding nodig. En dan kun je het wél.
Je bent van harte welkom in een sessie. Waar we niks forceren, vooral voelen en verzachten.